

- Nederland.TVJongeren.TVNederland.TVSpelletjes.TV
- Amusement.TVKennis.TVNieuws.TVSporten.TV
- Beurs.TVKinderen.TVOndernemen.TVTalentenjacht.TV
- Cultuur.TVKook.TVOnrecht.TVVaartuig.TV
- Formule1.TVLachen.TVOranje.TVVerkiezing.TV
- Gamen.TVMensen.TVPolitiek.TVVoertuig.TV
- Geloof.TVMode.TVReis.TVVoetbal.TV
- Gezondheid.TVMuziek.TVSerie.TVWeer.TV
- Informatief.TVNatuur.TVSpeelfilm.TVWoon.TV
De verwondering - Alle afleveringen
Mimespeler Hakim Traïdia woonde vierendertig jaar lang in de bekendste straat van Nederland: Sesamstraat. 'Ik kom nog steeds mensen tegen die me bedanken. Maar ik heb niks gedaan, ik was gewoon mezelf.' Hakim heeft de kracht van verhalen aan den lijve ondervonden. Als kind in Algerije werd hij door zijn moeder verwaarloosd. Theater hielp hem erbovenop: 'Het is een vorm van therapie'. Hakim is altijd trouw gebleven aan het kind in zichzelf. Hij adviseert Annemiek om hetzelfde te doen en met speelsheid door het leven te gaan.
In 2017 sprak cabaretier Paul van Vliet met Annemiek Schrijver over zijn leven. Paul vertelt dat hij zich het meest op zijn plek voelde op het toneel. Met zijn liedjes en acteerspel hoopte hij mensen in vervoering te brengen en te verbinden met elkaar: 'Als jij zo lacht dat je jezelf vergeet, dan ben ik blij. Als jij de hand van je geliefde pakt, bij iets wat ik zeg of zing, dan denk ik: dat was de bedoeling vanavond.'
Op eerste paasdag is theoloog en dichter Huub Oosterhuis overleden. In 2016 was hij op paasmorgen te gast in De verwondering. Hij sprak met Annemiek Schrijver over de betekenis van het paasverhaal en de thematiek van lijden en opstanding. 'Met Pasen vertel je elkaar dat het de dag is om opnieuw te beginnen. Je spreekt af dat je de hoop niet laat varen.' Huub Oosterhuis is 89 jaar geworden.
Op dertienjarige leeftijd schreef Paul Schenderling een boze brief naar Appelsientje. Hij had gelezen dat vliegtuigen vol gif boven sinaasappelplantages vlogen, en dat mensen daarbij werden vergiftigd. Inmiddels pleit hij als econoom voor een radicale ommezwaai in ons denken, van groei naar leven van genoeg. De Bijbel is voor Paul een grote inspiratiebron. Bijvoorbeeld de Bijbelse metafoor van de graankorrel, die ook over Pasen gaat: 'De graankorrel sterft af, en doordat de graankorrel de bereidheid heeft om zichzelf los te laten, gebeurt er in het verborgene iets wonderbaarlijks'.
Jurjen Zeilstra is dominee en historicus met een passie voor mystiek. Zijn ouders werden in de jaren zestig lid van de evangelische beweging en lieten zich volwassen dopen. Jurjen vond het erg dogmatisch en werd in zijn pubertijd steeds kritischer. Inmiddels ziet hij God als een open bron, waaruit iedereen kan putten op zijn of haar eigen manier. Op Palmzondag wil Zeilstra ons meegeven dat Pasen meer diepgang krijgt als we stilstaan bij het lijden in de wereld: 'Het is dweilen met de kraan open, maar het heeft wél zin.'
Jan Verduijn verloor zijn vrouw Merel zeven jaar geleden aan borstkanker. Er begon een duistere periode waarin hij worstelde met alcohol en de zinloosheid van het leven. Waar hij voorheen kon putten uit zijn geloof, was hij nu ook het vertrouwen in God volledig kwijt. Zijn redding kwam uit een verrassende hoek: de helende werking van de adem. Tijdens rouwbegeleiding leerde hij dat zijn ademhaling hem altijd iets te vertellen heeft: 'Je adem is de link tussen lichaam, hart en ziel. Als je adem stokt, stokt er ook iets in die verbinding.'
Marjon Moed ziet het leven als een pelgrimage. Als programma- en theatermaker loopt ze met onderzoekende blik door het leven, waarbij ze droomt van de dag dat alles goed komt. Maar ze maakte ook letterlijk een pelgrimage naar Santiago de Compostella. Tijdens de tocht leerde ze veel over zichzelf en het leven, waarbij ze alles op haar reis steeds als metafoor zag. Door het pelgrimspad te bewandelen, stapte Marjon in de voetsporen van een eeuwenoude traditie. Het zette haar aan het denken over het belang van christelijke rituelen.
Schrijfster Susan Smit voelt dat ze een taak heeft in dit leven: ze wil de kennis van oude natuurreligies terugbrengen in de samenleving. Vrouwen die deze kennis bezaten, werden vroeger veroordeeld als heks - een belangrijk thema in Susans boeken. Zelf noemt ze zich ook heks. Ze kwam een aantal jaar geleden 'uit de bezemkast'. Vrijheid en autonomie zijn belangrijke thema's in het leven van Susan, ook al was het soms niet makkelijk om er alleen voor te staan. De scheiding van de vader van haar kinderen raakte haar diep. 'Ik was bang om mijn kinderen kwijt te raken. Mijn hele systeem sloeg op hol, ook fysiek'.
Waarom zijn we hier? Wat is het heelal? Hoe is alles begonnen? Die vragen hielden presentatrice Sofie van den Enk als jong meisje al bezig. Op zoek naar antwoorden ging ze onder meer te rade bij het christendom, maar met weinig succes. Sofie kreeg meerdere 'zijnsdepressies', die verband houden met haar melancholische aanleg. Binnenkort zet Sofie een belangrijke nieuwe stap in haar zoektocht: ze wordt jodin. De tradities en rituelen van het jodendom geven haar houvast. Wie God is, wordt in het jodendom niet besproken, en dat werkt goed voor Sofie: 'Het jodendom respecteert het onnoembare'.
Twee jaar geleden overleed de grote liefde van pianiste Marietta Petkova. Ze gelooft dat je rouw 'vloeibaar' moet houden. Hiermee bedoelt ze dat het verdriet niet mag stollen, maar dat je je er steeds weer actief toe moet verhouden. Petkova werd geboren in Ruse, een stad aan de rivier de Donau in Bulgarije. Tijdens haar jeugd viel Bulgarije onder de invloedsfeer van het Sovjetregime. Naar de kerk gaan was daarom een gevaarlijke aangelegenheid. Gelukkig gaven haar grootouders de belangrijkste rituelen van de Russisch-orthodoxe kerk aan haar door.
Ashis Mathura was als klein jongetje onder de indruk van zijn grootvader, die als padit (hindoepriester) mensen op kalme wijze bijstond. Al op negenjarige leeftijd besloot Mathura daarom dat hij net zoals zijn opa priester wilde worden. Er begon een intensieve opleiding, waarbij hij iedere dag les kreeg over geschriften, mantra's en rituelen. In zijn rol als pandit bleek al snel dat mensen het liefst met hem wilden praten over hun levensvragen. Hij ontdekte dat mensen het antwoord op veel vragen vaak al in zich dragen. Hij hoeft hen daar alleen maar aan te herinneren: 'Eigenlijk help ik mensen niet. Een mens kan alleen zichzelf helpen.'
De mysterieuze kunstenares Ans Markus werd beroemd met haar schilderijen van vrouwen in windsels. De windsels staan symbool voor veiligheid en geborgenheid, maar ook voor het verbergen van wie je echt bent. Dat laatste heeft Ans lang gedaan. Haar eerste man mishandelde haar, waardoor ze zeer onzeker werd. Tot ze op haar dertigste, na de scheiding van haar man, ontdekte dat ze groot talent voor schilderen had. De schilderkunst hielp Ans om zichzelf te worden en haar moeilijke verleden achter zich te laten. Bovendien zag ze dat veel vrouwen zichzelf in haar werk herkenden. Nu, op haar 76e, durft Ans eindelijk helemaal zichzelf te zijn.
'Gezondheid is veel meer dan de afwezigheid van ziekte: het is het vermogen om met het leven om te gaan', zegt oud-huisarts Machteld Huber. Ze werd een aantal jaar geleden uitgeroepen tot de meest invloedrijke persoon in de publieke gezondheid. Gezondheid gaat volgens Huber niet alleen over het lichaam, maar ook over zingeving, over gevoelens die gevoeld moeten worden, over doen wat je het liefste wil. Huber werd meerdere keren zelf ziek. Ze ervoer dat haar lijf haar daarbij iets wilde leren, bijvoorbeeld over het verwerken van de moeilijkheden uit haar jeugd. 'Toen ik daarmee aan de slag ging, genas ook mijn lichaam'.
Schuldenproblematiek, armoede, lage levensverwachting: in de wijk Moerwijk in Den Haag is het leven niet altijd makkelijk. Toch wist Bettelies Westerbeek meteen dat ze er aan de slag moest gaan. De PKN richtte een aantal jaar geleden in de wijk een pioniersplek op, met een vacature voor buurtpastor. Die functie was Bettelies op het lijf geschreven. Ze heeft ADHD en dat helpt haar om juist in de chaos goed te kunnen functioneren. Bovendien is God volgens haar ook juist te vinden op plekken waar het leven schuurt. Uit het niets bouwde ze een gemeenschap waar iedereen die het moeilijk heeft een toevluchtsoord vindt.
Journalist en schrijver Babah Tarawally noemt zich een zebra. Hij heeft twee culturen in zich verenigd: de wij-cultuur van zijn jeugd in zijn moederland Sierra Leone, en de ik-cultuur van Nederland. In de jaren negentig kwam Babah naar Nederland, op de vlucht voor oorlog. Zijn vader had hem uitgekozen om de familielijn in het buitenland voort te zetten. Nu probeert Babah de wij-cultuur van zijn moederland - waarvan de kern de ubuntu-filosofie is - in Nederland te introduceren. Tegelijkertijd ziet hij ook de gevaren van de wij-cultuur: een wereld waarin het individu ondergeschikt is aan het collectief, vervalt al gauw in kuddegedrag.
Els Thissen was een onverschrokken politieagent in Amsterdam. Ze streed tegen onrecht en was niet bang om daarbij persoonlijke risico's te nemen. Ze verliet na een aantal jaar het politiekorps, omdat haar seksuele geaardheid er niet werd geaccepteerd. Er volgde een lange zoektocht naar geluk, met wisselend succes. Tot Els op een dag in een boekhandel in het boek Een cursus in wonderen bladerde. Het boek - dat gevuld is met levenslessen - doorkliefde alle illusies die Els tot dat moment koesterde. Ons wezen is liefde, weet Els nu. In cursussen en trainingen leert ze anderen wat dat betekent.
Karim Amghar werd bekend door de documentaireserie Karim pakt zijn kans, over kansenongelijkheid en diversiteit in het onderwijs. Aan deze reeks ligt een persoonlijk verhaal ten grondslag: Karim kreeg in groep 8 een te laag schooladvies, waardoor hij al zijn motivatie kwijtraakte. Hij radicaliseerde en kwam in het criminele circuit terecht. Toen hij de kans kreeg om naar het hbo te gaan, greep hij die met beide handen aan, waarna hij helemaal opbloeide en zich eindelijk gezien voelde. Nu geeft hij zelf het vak burgerschap op het mbo, waar hij de potentie van zijn studenten altijd hoopt te zien.
Paul Haenen werd bij het grote publiek bekend met zijn alter ego's Margreet Dolman en dominee Gremdaat: twee karakters die graag hun licht laten schijnen over actuele zaken en troost bieden in donkere dagen. Vanaf zijn elfde jaar hield Paul Haenen een dagboek bij, waarin hij vrijmoedig schreef over de belangrijke kwesties in zijn leven: van de straatangst van zijn moeder tot de ontdekking dat hij op jongens viel. Op de eerste dag van 2023 steekt Paul Haenen ons een hart onder de riem. Waarom is troost zo'n belangrijk thema in zijn leven, en wat wenst hij ons toe voor het nieuwe jaar?
Meral Polat is als actrice vooral bekend van haar acteerwerk in films en series, zoals Keyzer & De Boer Advocaten en De luizenmoeder. Zingen is echter haar grootste passie, en dan het liefst in de taal van haar ouders: het Koerdisch, een taal die in Turkije tot 1980 verboden was. Meral had een sterke band met haar vader, die twee jaar geleden overleed. Hij liet haar altijd vrij in haar keuzes en motiveerde haar om haar muzikale ambities na te streven. Na zijn overlijden begon Meral aan een innerlijke reis, met als hoofdvraag: wie ben ik? Ze besloot om naar Dersim af te reizen, het gebied van haar voorouders.
Schrijver Vamba Sherif werd geboren in een vooraanstaande familie in Liberia. Zijn moeder was een rijke, ondernemende vrouw, die graag zoveel mogelijk haar overvloed deelde. 'Ze geloofde dat haar goedheid zou weerklinken in de eeuwigheid', vertelt Vamba. Toen Vamba elf jaar was, sloeg het noodlot toe. Na schooltijd ging hij stiekem neuzen in de geheime geschriften van zijn voorouders. De verontwaardiging over Vamba's daad was zo groot, dat de familie besloot om hem weg te sturen. Uiteindelijk kwam Vamba in Nederland terecht, waar hij een nieuw leven opbouwde. Zijn moeder zou hij nooit meer terugzien.
Jurist Mariët Baaij geloofde als klein meisje heilig in de goedheid van God. Tijdens de donderpreken in de Gereformeerde Gemeente van haar ouders kwam hier echter verandering in. Tóch kon ze niet geloven dat de mens ten diepste slecht zou zijn. Ook toen ze erachter kwam dat ze op vrouwen viel, wat in de kerk niet werd goedgekeurd, bleef ze vertrouwen in haar inherente goedheid. Op haar negentiende verliet ze daarom de kerk. Dertig jaar lang wilde Mariët niks met geloof te maken hebben. Tot ze ziek werd, en plots God terugvond.
Toen Jakob van Wielink het klooster intrad nam hij een nieuwe naam aan. Hij koos voor de naam van aartsvader Jakob. Hij hecht erg aan de k van Jakob: die staat voor kwetsbaarheid en kracht. Het leven binnen de dikke kloostermuren bleek niet goed bij Jakob te passen, hij verlangde naar een leven midden in de wereld met een vrouw en kinderen aan zijn zijde. Die vrouw kwam er, en hij kreeg er ook een stiefdochter bij, met wie hij een liefdevolle relatie kreeg. Helaas bleef het verlangen naar eigen kinderen onvervuld. Het afscheid nemen van de vaderwens ervaarde hij als een intens rouwproces, waarbij hij ook zijn identiteit als man ging bevragen.
Kunstenaar Janpeter Muilwijk verloor zijn dochter Mattia zeven jaar geleden aan zelfdoding. Mattia was begaafd, creatief en muzikaal, maar werd ook getergd door stemmen in haar hoofd. Ze was zesentwintig jaar. Door haar suïcidaliteit stonden Janpeter en zijn vrouw altijd in de waakstand. Liefde maakte steeds meer plaats voor angst. Dit werd voor Janpeter duidelijk toen hij zelf een klein herseninfarct kreeg en zijn zicht gedeeltelijk verloor, waardoor hij haar niet meer kon behoeden. Het werd een periode waarin de pure liefde tussen vader en dochter centraal stond: 'Mijn enige taak als haar vader is om haar lief te hebben.'
Janneke Nijboer was tot voor kort een levenslustige, drukbezette dominee. Dat veranderde toen ze een jaar geleden de diagnose spierreuma kreeg. Ze kampt sindsdien met veel pijn en vermoeidheid, ze beweegt zich in een innerlijk landschap van dorheid en schaarste. Hoe lang dit nog gaat duren is onduidelijk. Lang was Janneke boos op haar ziekte. Ze probeert zich zo goed mogelijk tot de nieuwe realiteit te verhouden. 'Ik moet leren om niet meer beter te willen worden', vertelt ze Annemiek. Op haar website schrijft Janneke blogs over hoe dit leerproces haar vergaat. Mag ze er nog zijn, ook nu ze niet langer de duizendpoot is die ze ooit was?
Voor reizend journalist Chris Keulemans is het woord 'welkom' een van de mooiste woorden en 'Ik ken u niet, maar u bent welkom' de mooiste zin. Hij trof die aan in de drie heilige boeken (Bijbel, Koran en Thora). Zonder een deur die opengaat, een tafel die wordt gedekt, zouden reizigers soms ten dode opgeschreven kunnen zijn. Zelfs zijn eigen tafel in Amsterdam-Noord is een gastvrij personage: hier verzamelen zich onbekende en vertrouwde vrienden die ideeën en ervaringen uitwisselen. Wie bepaalt wie het recht heeft om een plek thuis te noemen? Wie hoort ergens en wie is de buitenstaander? En waar is Chris zelf thuis?
Ruim tien jaar geleden verdween Job, de achttienjarige zoon van Roek Lips, in zee aan de Spaanse kust. Zijn lichaam werd nooit gevonden. Na een periode van intense rouw leerde Lips om de dood van zijn zoon te aanvaarden. Het Bijbelboek Job, waarin de hoofdfiguur op de proef wordt gesteld door God, hielp daarbij. Het verhaal van de Bijbelse Job gaat over het aanvaarden van de rampen die je in het leven kunnen overkomen. 'Zowel het leven als de dood zijn ons gegeven', vertelt Roek Lips aan Annemiek. 'Uiteindelijk gaat het erom voor beide de dankbaarheid te kunnen voelen.'
Jos Wienen werd als burgemeester van Haarlem ernstig bedreigd. Geruime tijd moest hij op een geheim adres onderduiken, terwijl hij voortdurend bewaakt werd. Hoe hield hij dit vol? Het vaderschap is een belangrijk thema in zijn leven: zijn taak als burgervader, het vaderschap over zijn kinderen, het geloof dat zijn eigen vader hem voorleefde en God de Vader. Maar het allerbelangrijkste is de stilte, die hij ondanks zijn drukke leven zoveel mogelijk opzoekt.
De romans van Liesbeth Goedbloed staan vol met Bijbelse symboliek en grote religieuze vragen over schuld en genade. Ze laat zich voor haar boeken inspireren door haar eigen jeugd in een streng reformatorisch gezin. Pas toen ze op haar achttiende de reformatorische kerk verliet, ontmoette ze voor het eerst mensen buiten haar eigen geloofsgemeenschap. Ze realiseerde zich hoe traumatisch haar jeugd was geweest. Er begon voor Liesbeth een zoektocht naar bereikbare vrede: een vrede die héél nabij is. Ze vindt deze vrede vooral in de natuur: 'Het boek van God is heel lang een gesloten boek geweest, maar het boek van de natuur ligt altijd open.'
Co Engberts achtte zich totaal ongeschikt voor de politiek. En nòg, terwijl hij inmiddels ruime ervaring heeft als gemeenteraadslid voor de PvdA in Rotterdam. Hij herkent in anderen het fundamentele gevoel van afgewezen worden en probeert dat op te heffen. Die pijn en eenzaamheid ervoer hij in zijn jonge jaren toen hij nog niet wist wie hij wilde zijn. In die kwetsbare periode overleed plotseling zijn vader. Waar het volgens Engberts op neer komt, is het zoeken van Gods koninkrijk. Juist de oplaaiende homofobie, het gedreig met tribunalen, en het gevaar van woorden inspireren hem om door te gaan.
Wat betekent het om een beperking te hebben en wat zegt dat over ons mens-zijn? Met die vragen houdt schrijfster en onderzoeker Jacqueline Kool zich bezig. De buitenwereld heeft vaak vooroordelen over mensen met een beperking: ze zouden een zwaar leven hebben, er kan heel veel niet. Tegen die vooroordelen komt Jacqueline Kool in het geweer. Ze kiest ervoor om ja te zeggen tegen haar leven in een elektrische rolstoel, met alles wat daarbij hoort. Natuurlijk is het soms moeilijk, maar geldt dat niet voor iedereen? En wat weten we nu werkelijk van de ander?
Ex-psychiater Bram Bakker stond jarenlang bekend om zijn spraakmakende opinies. Hij bekritiseerde de vele protocollen in de psychiatrie, die wat hem betreft niet bijdroegen aan de kwaliteit van de zorg. Hierdoor voelde hij zich vaak een eenling in zijn vak. Nu hij psychiater af is, kan hij helemaal zichzelf zijn, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Hij vertelt hoe hij na een periode van ziekte steeds meer ging inzien dat kwetsbaarheid kracht is. Om dit inzicht in de praktijk te brengen, zingt hij een stuk van zijn inspiratietekst 'De Wedstrijd' van Bram Vermeulen, dat hij zijn lijflied noemt.
Op de vroege ochtend na Pinksteren overleed de 'hipste non van Nederland', Holkje van der Veer. Zij werd geboren met het syndroom van Marfan: een aandoening waarbij het lichaam bindweefsel niet goed aanmaakt. In deze herhaling uit 2016 vertelt ze over haar 'bijzondere lichaam', haar toetreding tot het dominicanenklooster en de kracht om door haar beperking heen te stralen. Holkje van der Veer is 61 jaar geworden.
Toen predikant Pieter Both en zijn vrouw Rolinda hun derde kind verwachtten, ging er iets mis met de zwangerschap. Terwijl Rolinda in leven werd gehouden, werd de baby gehaald. Drie uur na de geboorte van David stierf zijn moeder. Hierdoor werd Pieter naast vader, ook ineens moeder van het kleine hummeltje. Deze gebeurtenissen veranderden hem voorgoed. Waarom wordt er in de Bijbel zo weinig over weduwnaars gesproken? Hoe blijf je trouw aan God als het zo moeilijk wordt? Voor Pieter blijkt God ruimte en aanvaarding te zijn, hoewel ook de zinloosheid van het bestaan hem kan overvallen.
Journalist Nynke Sietsma verloor eind 2020 haar vierjarige zoontje Berend. De lijdenstijd is voor haar een betekenisvolle tijd van het jaar. Ze groeide op met de verhalen uit de Bijbel, tóch kwam het lijdensverhaal van Jezus pas echt bij haar binnen toen Berend in het ziekenhuis lag. Luisterend naar de Matthaüs-Passion voelde ze zich plots niet meer zo alleen. Ze besefte dat vele vrouwen haar zijn voorgegaan in de rouw om een kind. Het deed haar inzien dat er troost schuilgaat in beelden, verhalen en muziek.
Sinds Lenny Kuhr in 1969 het Eurovisiesongfestival won met haar lied De Troubadour, raakt de zangeres vele harten met haar krachtige stem. In haar nieuwe nummers blikt ze terug op haar veelbewogen leven, waarin een onverklaarbare 'heimwee' naar het goddelijke altijd de drijvende kracht is geweest. Deze zoektocht bracht haar uiteindelijk bij het jodendom, waartoe ze overging toen ze trouwde met haar eerste man, een joodse kno-arts. Toch kwamen de antwoorden pas écht nadat ze tijdens een optreden in 1993 haar stem kwijtraakte.
Hanna Wapenaar is nu vier jaar straatpastor in Amsterdam: ze fietst met een bakfiets en koffie de straten over en luistert en praat. Want ze houdt van mensen en gunt iedereen een thuis. Haar dierbare tekst is een fragment van een lied uit de Iona Community, waarin de roep van God doorklinkt en zijn liefde voor ons, met al onze onvolmaaktheden.
Misha Beliën was als student filosofie gewend om alles in het leven te bevragen. Hierin ging hij echter zo ver door, dat hij uiteindelijk geen enkele houvast meer had. Door te beginnen met mediteren en zich te verdiepen in het zenboeddhisme, leerde hij thuis te komen in het hier en nu. Hij werd gewijd tot zenmonnik, waarbij hij tevens de boddisatva-gelofte heeft afgelegd. In deze gelofte staat het bevrijden van alle levende wezens centraal: een streven dat hem dagelijks ontroert en richting geeft.
Theoloog Marian Geurtsen verwachtte zes keer een kind, maar elke keer ging het mis. Het leerde haar dat niet alles maakbaar is, zelfs al wil je iets nóg zo graag. Ook zetten de miskramen haar aan het denken over God. Waarom had Hij deze levens van haar afgenomen? Uiteindelijk was het de liefde voor haar ongeboren kinderen die haar overeind hield. Zolang ze haar aandacht hierop bleef richten, lukte het haar ook om in de liefde van God te blijven geloven. Als inspiratietekst koos Marian Geurtsen enkele verzen uit Deuteronomium 30, waarmee ze illustreert dat je altijd de keuze hebt om te kiezen voor het leven, wat er ook op gebeurt.
Said El Haji kreeg als kind een strikt islamitische opvoeding, zonder ruimte voor dialoog. Toen hij wat ouder werd, besloot hij de geloofsvoorschriften niet langer na te leven. Toen hij dit op een onbewaakt moment aan zijn vader vertelde, werd hij geëxcommuniceerd. Gelukkig gaven veel familieleden er geen gehoor aan, maar zijn vader overleed niet lang erna. Said El Haji bleef lang boos op zijn vader. Maar na de geboorte van zijn eigen zoon veranderde er iets: hij begon de goede bedoelingen van zijn vader met terugwerkende kracht te waarderen.
Rouwdeskundige Daan Westerink was vanwege haar expertise veel te zien en te horen in de media. Op een dag struikelt ze met paniekaanvallen een burn-out in. Ze krabbelt overeind om vervolgens geconfronteerd te worden met darmkanker. Aan hulpboeken en goedbedoelde adviezen blijkt ze niet veel te hebben: uiteindelijk moet je je eigen weg gaan en maar zien waar die weg je brengt. Daan Westerink heeft geleerd barmhartiger voor zichzelf te zijn. Ze heeft het kleine leven lief gekregen. Met haar inspiratietekst, een gedicht van Willem Wilmink, eert Daan Westerink haar Twentse achtergrond en illustreert ze dat rouw levenslang verlangen betekent.
Herman Coenen stond als hoogleraar aan de wieg van de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. In zijn colleges verweefde hij verschillende lichaamsgerichte oefeningen met poëzie, beschouwing en dialoog. Dat sloeg bij studenten zeer aan, maar collega's twijfelden: is dit wel wetenschappelijk? Het resulteerde in een meningsverschil. Hoe bleef hij toch trouw aan zichzelf?
Menselijke waardigheid is voor Chris van Dam een groot goed. In zijn werk als politieman, officier van justitie, Tweede Kamerlid voor het CDA en als voorzitter van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft hij dat altijd voor ogen gehouden. Hij leeft vanuit de gedachte dat wij als mensen elkaar gegeven zijn, elkaar kunnen vinden, maar elkaar ook steeds opnieuw moeten blijven zoeken. In alles wat hij doet zoekt hij de verbinding met anderen omdat in de ontmoeting de mogelijkheid zit om elkaar werkelijk te zien en te begrijpen. In dat 'tussenmenselijke' kunnen we iets van het goddelijke ervaren.
Na zijn werk bij de politie, de plaatselijke politiek en zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer is Ahmed Marcouch sinds 2017 burgemeester van Arnhem. De Koran ziet hij als een belangrijke inspiratiebron en het op gezette tijden rust nemen om te bidden of te mediteren geeft hem nieuwe energie: hij kan het iedereen aanraden, ook zijn medewerkers op het stadhuis. Zijn inspiratietekst is een gedicht dat hij als politieman uit zijn hoofd voordroeg aan een man die op het punt stond een einde aan zijn leven te maken. Dat het hem lukte om verbinding te maken en de man van zijn voornemen af te brengen, beschouwt hij nog steeds als een groot wonder.
Als muzikaal duo zijn Elly en Rikkert inmiddels niet meer actief, maar het brein van Rikkert Zuiderveld staat nooit stil. Zorgvuldig beschouwt hij de wereld om zich heen, met heldere en soms kritische teksten als gevolg. In plaats van de andere kant op te kijken, kiest hij ervoor om zijn mond open te doen als hij het ergens niet mee eens is, zoals over de steeds harder en sneller wordende maatschappij. Rikkert Zuiderveld ziet Kerst als een moment om stil te staan bij hoe het allergrootste zich kan vermommen in het allerkleinste. Dit zet hem aan tot verstilling. Maar verzacht het hem ook?
De eerste keer dat Annette Nobuntu Mul voet op Zuid-Afrikaanse bodem zet, voelt ze zich meteen thuis. Haar tweede naam Nobuntu, die ze ook in Zuid-Afrika ontving, betekent 'moeder van de menselijkheid', en staat symbool voor een zielsopdracht: de Afrikaanse filosofie van Ubuntu podium geven in Nederland. In Ubuntu is het mensbeeld 'ik ben, omdat wij zijn' allesbepalend. Annette heeft een beladen familiegeschiedenis die is vervlochten met de Tweede Wereldoorlog. Het thuiskomen in Zuid-Afrika, wat ze liefkozend haar moederland noemt, blijkt helend: het helpt haar begrip op te brengen voor alles wat er in haar familie is gebeurd.
Bas van der Graaf is een dominee met een barst in zijn ziel: de zinloosheid van het bestaan valt hem soms zwaar. Zijn gevoelswereld neemt hij ook mee op de kansel, waardoor hij dicht bij de mensen in zijn gemeenschap komt. Anderhalf jaar geleden kreeg hij een burn-out. De daaropvolgende maanden bleken transformerend: 'Ik ging de stilte in. Het was een periode van zelfonderzoek en zielszorg.' Enkele maanden later kreeg hij een telefoontje van de Nieuwe Kerk in Huizen met de vraag of hij dominee wilde worden in de kerk uit zijn jeugd. Het voelde meteen goed: hij kwam na een moeilijke periode letterlijk en figuurlijk thuis.
Willem Glaudemans heeft een missie: mensen leren vergeven. De inspiratie hiervoor put hij voornamelijk uit het boek Een Cursus in Wonderen én zijn persoonlijke levenservaringen, die niet altijd even rooskleurig waren. Als kind werd Willem Glaudemans gepest door zijn vader. De wrok die hij daarom jegens hem koesterde, was een zware last om te dragen. Na een fietsongeluk liep zijn vader zwaar hersenletsel op, waardoor zijn karakter veranderde: hij werd gevoeliger en aanhankelijker. Hierdoor ontstond een nieuw soort intimiteit tussen vader en zoon.
Gelauwerd schrijfster van fictie en non-fictie Kristien Hemmerechts (1955) bracht onlangs naar buiten dat ze weer naar de kerk gaat. Ze voelt zich verbonden met de Gemeenschap van Sant'Egidio, een in 1968 door studenten opgerichte rooms-katholieke lekenbeweging, die zich door gebed, ontmoeting en dialoog wereldwijd inzet voor vrede en zich door concrete hulp te bieden verbindt met de armen in onze wereld. Kristien Hemmerechts vindt het spreken over haar religieus ontwaken lichtelijk gênant en eigenlijk een privézaak. Maar ze realiseert zich ook dat zij anderen door haar 'coming-out' op een spoor naar zingeving kan zetten.
Kristin Vanschoubroek was een tevreden huismoeder met haar gezin van vier kinderen maar ze merkte na verloop van tijd dat haar lichaam begon te protesteren. Iemand zei tegen haar: 'Het wordt tijd dat je naar je eigen ziel luistert.' Nu was ze vanuit haar degelijke rooms-katholieke achtergrond wel iets gewend maar dat ze tot iets geroepen zou kunnen zijn boezemde haar ook angst in. Uiteindelijk richtte ze in 2004 La Verna op, genoemd naar het franciscaanse heiligdom in de Toscaanse Apennijnen. La Verna is een beweging voor bewustzijn, inspiratie en verbondenheid die mensen uitnodigt om te leven vanuit hun hart en vanuit vertrouwen.
Het onderwijs zit Lucelle Comvalius in het bloed. Als klein meisje geeft ze andere kinderen al schrijfles hoewel ze zelf nog helemaal niet kan schrijven. Nu ze volwassen is kiest ze graag voor ongebaande paden om haar leerlingen plezier in leren bij te brengen. Als Comvalius twee jaar is verhuizen haar ouders vanuit Suriname naar Nederland. Dochter Lucelle wordt op het hart gedrukt zich goed te gedragen want op haar doen en laten zou de hele Surinaamse gemeenschap in Nederland afgerekend kunnen worden. Hoewel Comvalius een optimistisch en zonnig karakter bezit is de confrontatie met racisme nooit ver weg. Ze vindt bij God dan haar toevlucht.
Door complicaties na een ongelukje bij het volleyballen leidt Rina Arendse al meer dan veertig jaar een liggend bestaan. Ze is afhankelijk van de hulp van anderen, maar heeft zich leren verhouden tot haar situatie. Om haar conditie op peil te houden, fietst ze iedere dag op haar ligfiets en geniet ze van de mensen die ze tijdens haar tochten ontmoet. Haar twee honden Noach en Prediker beschouwt ze als haar vrienden. In haar strijd om aanspraak op zorg te kunnen blijven maken, raakt Rina Arendse aan de grens van wat zij menswaardig en leefbaar noemt: ze is een mens met een naam, maar steeds vaker voelt ze zich gereduceerd tot een nummer.
Shervin Nekuee groeit op in een liberaal gezin in Teheran. Rond zijn elfde levensjaar ziet hij hoe het fijnzinnige land van zijn kindertijd volledig verandert: door de Iraanse Revolutie wordt een conservatieve levensstijl de norm. Ondanks de vele gevaarlijke situaties die om hem heen ontstaan, heeft Shervin een gelukkige jeugd. Rond zijn negentiende wordt de situatie echter onhoudbaar. Shervin weigert dienstplicht en vlucht naar Nederland, om uiteindelijk in Utrecht neer te strijken. Hier stort hij zich met grote ijver op een universitaire studie Sociologie.
Linda de Roos werkt als verpleegkundige op de Intensive Care (IC) van diverse ziekenhuizen. Doordat ze elke dag geconfronteerd wordt met de flinterdunne scheidslijn tussen leven en dood, is ze zich extra bewust van wat voor haar essentieel is: leven in het nu. Ze hoopt haar doodzieke patiënten een glimp van dit besef mee te kunnen geven, op welke kleine of alledaagse manier dan ook. Als kind had Linda een ernstig stotterprobleem. Omdat contact met de buitenwereld hierdoor bijna onmogelijk was, voelde ze zich jarenlang opgesloten in zichzelf.
Waar een wil is, is een weg. Dit spreekwoord is Almatine Leene op het lijf geschreven. Omdat ze in haar eigen kerk geen predikant kon worden en weinig mogelijkheden zag om zich als theoloog te kunnen ontwikkelen, vertrok ze voor een stage naar Zuid-Afrika. In de bijna zeventien jaar dat ze er woonde, werd ze predikant, promoveerde ze, vond ze haar grote liefde en werd ze moeder. Tijden veranderen en vorig jaar kwam ze terug naar Nederland om de eerste vrouwelijke predikant in de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt te worden.
Wout Herfkens noemt zichzelf weleens gekscherend een 'houtje-touwtjekunstenaar': het liefst maakt deze beeldend kunstenaar van bestaand materiaal iets nieuws. Zijn project 'Jésus à l'Hôpital' is daarvan een sprekend voorbeeld. In een tijd dat mensen crucifixen van hun muur halen omdat de lijdende Christus hen niets meer zegt, legt Wout Herfkens hem in een bedje en verzorgt hij zijn wonden. Zo krijgt een oud beeld nieuwe betekenis: de focus op het lijden ván Christus wordt verlegd naar mededogen mét de lijdende Christus. Het beeld doet een direct appèl op de toeschouwer.
Wie Roos Schlikker ontmoet, ziet een stralende, vrolijke en goedgebekte vrouw die zich niet schaamt voor haar Amsterdamse tongval. Ze schrijft onder andere columns voor Het Parool en ook in de wereld van de televisie komt ze geregeld voorbij, de ene keer als deelnemer aan een programma zoals Wie is de Mol?, de andere keer als presentatrice van De 5 Uur Show. Maar er is ook een ander verhaal te vertellen over deze kleindochter van een dominee uit Friesland. Met een column en een petitie gaf ze de aanzet tot een wetswijziging, waardoor ouders van doodgeboren kinderen nu het recht hebben om hun kind te laten registreren.
Valentijnsdag is de dag van rode hartjes en anonieme liefdeskaartjes. Maar wat is dat eigenlijk, liefde? De Verwondering met Hans Korteweg.
Ellen Deckwitz is gelauwerd dichter, theatermaker en columnist. In haar gedichten is de dood nooit ver weg. Voor Deckwitz is het bestaan een gegeven: 'Ik loop hier ongevraagd rond en kom hier niet levend vandaan.' Elk jaar wordt ze belaagd door een depressie. Ze ziet het als haar bestemming om in leven te blijven, zo min mogelijk last te hebben van zichzelf en er te zijn voor anderen. Iedere keer opnieuw merkt ze dat het leven toch dragelijk blijkt te zijn. Humor en zelfrelativering helpen daarbij. In haar poëzie komt Ellen Deckwitz tot leven.
Voor de jonge Bart Chabot werd het leven thuis een doodlopende steeg, waaruit niet viel te ontsnappen. En toch. Langzaam maar zeker leerde hij zijn vrijheid te bevechten en niet in wrok om te zien. Mede dankzij zijn 'redders' Herman Brood, Jules Deelder en Anton Corbijn. Hij bracht verstrooiing en plezier, maar ook prachtige boeken en gedichten. Wanneer vertrok zijn wanhoop definitief? Uit welke bron put hij om zijn grenzeloze empathie zo gul uit te delen? Met Annemiek praat Bart Chabot over de troostende sterrenhemel van zijn jeugd, de zegen van een Zweedse priester en hoe wij het beste kunnen terugkijken op dit merkwaardige jaar 2020.
Pauline Weseman verloor haar man Boudewijn zeven jaar geleden aan kanker. De troostwoorden die ze kende uit haar evangelische jeugd, bleken geen pleisters op haar wonden. Ze belandde in een geloofscrisis. Inmiddels heeft ze nieuwe ankers gevonden: meditatie, stilte en menselijke verbondenheid. Daarnaast is ze nog steeds op zoek naar de plaats die het christendom kan innemen in haar leven. Door de ervaring van het overlijden en het alleenstaand moederschap heeft ze ontdekt dat ware spiritualiteit voor haar bestaat uit gezamenlijke gebrokenheid. Ze pleit daarom voor kwetsbaarheid en de aanvaarding dat niet alles leuk is in het leven.
Herman Koetsveld is nu bijna een jaar predikant in de Westerkerk in Amsterdam. Maar het was helemaal niet vanzelfsprekend dat hij ooit op de kansel zou staan. Koetsveld groeide op in een orthodox gereformeerd domineesgezin, ging theologie studeren, maar realiseerde zich daarna dat zijn religieuze zoektocht nog maar net begonnen was. De geloofszekerheden die hij van huis uit had meegekregen dwarrelden als een kaartenhuis in elkaar. Zijn kennismaking met het werk van de Duitse theoloog Eugen Drewermann en de aanslagen op 11 september 2001 bleken achteraf kantelpunten in zijn geloofsleven.
We zijn graag vertrouwd met de dingen en met onze relaties. Maar juist als we die vertrouwdheid los durven laten, ontstaat er verwondering.
Anne Dijk groeit op als domineesdochter. De hang naar spiritualiteit zit er bij haar al vroeg in: tijdens haar middelbareschooltijd is zij een van de weinigen die meedoet aan een kloosterretraite. Ze gaat religie en levensbeschouwing studeren in Amsterdam, helemaal niet met het idee dat ze op zoek is. Op het moment dat ze zich realiseert dat ze gelooft in een schepper en ervan overtuigd is dat Mohammed een profeet van God is, komt het besef dat ze daarmee moslim is geworden. Dat betekent niet dat ze direct een hoofddoek gaat dragen. Dat is een verlangen dat langzaamaan steeds sterker wordt.
Cuong Lu was twaalf jaar oud toen hij met zijn familie uit Vietnam naar Nederland vluchtte. De oorlog zat nog in zijn lijf. De enige taal die hij verstond was die van het gevecht. Totdat een klasgenoot tegen hem zei: 'Wij hoeven niet te vechten, Cuong, want wij zijn vrienden.' Die woorden zetten hem op het pad van vrede, dat hem uiteindelijk leidde naar de befaamde monnik en vredesactivist Thich Nhat Hanh. Jarenlang verbleef Cuong in het klooster. Toen trad hij uit en zocht zijn eigen weg. Hij doceert boeddhistische filosofie en psychologie en werkte jaren als geestelijk verzorger in gevangenissen.
Sopraan Francis van Broekhuizen was als kind vanaf haar zevende drie dagen in de week misdienette in het klooster van de Zusters Penitenten van de Eenheid, franciscanessen. Daar beleefde ze de Goede Week en Pasen altijd heel intens. Maar overgave heeft ze pas echt ervaren toen ze als student op het conservatorium in haar tweede jaar mee naar Lourdes ging om zieken te begeleiden. Van Broekhuizen heeft een heel kinderlijk geloof, zegt ze zelf. Daarin zijn schoonheid en muziek belangrijk. God is voor haar een aanwezigheid die zich opeens kan openbaren in muziek of in een gesprek of in intimiteit met iemand of in een blik.
Afgelopen week is Anne van der Meiden 'uit de tijd gekomen', zoals ze dat in Twente zeggen. Hij noemde zichzelf een dagprijzer, deze theoloog en emeritus-hoogleraar communicatiewetenschappen. In deze herhaling uit 2015 blikte hij met zijn levenswijsheid en Twents relativeringsvermogen terug op het vergleden jaar.
Te gast is dominee Egbert Rietveld. Zijn vrouw kreeg op relatief jonge leeftijd alzheimer, een veelvoorkomende ziekte in haar familie. Zij koos voor euthanasie voordat zij wilsonbekwaam zou zijn. 'Als ik mijn leven los kan laten voordat het in de mist verdwijnt, schenk ik ook mijn man en kinderen een andere manier van leven terug.'
Anne Christine Girardot is gefascineerd door de dood. Onlangs vertelde haar moeder dat ze al vragen over de dood begon te stellen toen ze nog maar vijf jaar oud was. Wat is dood, kun je sterven leren? En wat doe je met een begrip als vergeving als je in je jeugd door een vriend van de familie bent misbruikt? Het zijn vragen die Anne Christine Girardot niet loslaten.
Pauline Weseman verloor haar man Boudewijn zeven jaar geleden aan kanker. De troostwoorden die ze kende uit haar evangelische jeugd, bleken geen pleisters op haar wonden. Ze belandde in een geloofscrisis. Inmiddels heeft ze nieuwe ankers gevonden: meditatie, stilte en menselijke verbondenheid. Daarnaast is ze nog steeds op zoek naar de plaats die het christendom in haar leven kan innemen. Door de ervaring van het overlijden en het alleenstaand moederschap heeft ze ontdekt dat ware spiritualiteit voor haar uit gezamenlijke gebrokenheid bestaat. Ze pleit daarom voor kwetsbaarheid en de aanvaarding dat niet alles leuk is in het leven.
Thomas Oliemans zingt als gelauwerd baritonzanger in de grootste operahuizen ter wereld. Al op zijn vijftiende begon hij met de vooropleiding van het conservatorium. Zijn mentor Bert van den Brink verzekerde de jonge Oliemans toen al: muziek zal niet alleen je carrière worden, maar het zal ook je leermeester zijn. Deze lijdenstijd zingt Thomas Oliemans voor ons het lied 'Der Wanderer' van Franz Schubert. Het lied gaat volgens Oliemans over het bewandelen van je eigen pad, en de isolatie en eenzaamheid die hiermee gepaard kan gaan. Hierin ziet hij duidelijke parallellen met zowel de kruisweg als met zijn eigen leven.
Geneeskunde wordt geneeskunst als je op je handen kunt gaan zitten. Niets doen en aanwezig zijn. Of is dat levenskunst? De Verwondering met Henk Stenvers.
Filosofe Marjan Slob groeide op in de Alblasserwaard en ademde daar de lucht van bescheidenheid en zelfonderzoek. Ze studeerde psychologie en filosofie en werd vooral geraakt door de filosoof Blaise Pascal (1623-1662). Zijn zuivere gevoel voor deze gebroken wereld en voor de mens als gevallen engel zette hem op het pad van de eenzaamheid. Hij stelde zich voor dat de kosmos, de hemel leeg is en snakte naar verbinding met God. Dit verlangen deelt Marjan: het grote verlangen dat het goed komt met ons, naar hoop. Zijn we nog in staat dingen te verduren? Of zijn we overgave verleerd?
Ellen Deckwitz is gelauwerd dichter, theatermaker en columnist. In haar gedichten is de dood nooit ver weg. Voor Deckwitz is het bestaan een gegeven: 'Ik loop hier ongevraagd rond en kom hier niet levend vandaan.' Elk jaar wordt ze belaagd door een depressie. Ze ziet het als haar bestemming om in leven te blijven, zo min mogelijk last te hebben van zichzelf, en er te zijn voor anderen. Iedere keer opnieuw merkt ze dat het leven toch draaglijk blijkt te zijn. Humor en zelfrelativering helpen daarbij. In haar poëzie komt Ellen Deckwitz tot leven.
We zijn graag vertrouwd met de dingen en met onze relaties. Maar juist als we die vertrouwdheid los durven laten, ontstaat er verwondering.
Anne Dijk groeit op als domineesdochter. De hang naar spiritualiteit zit er bij haar al vroeg in. Ze gaat religie en levensbeschouwing studeren in Amsterdam, helemaal niet met het idee dat ze op zoek is. Op het moment dat ze zich realiseert dat ze gelooft in een Schepper en ervan overtuigd is dat Mohammed een profeet is van God, komt het besef dat ze daarmee moslim is geworden. Ze ziet dat veel mensen moslims en de islam alleen via de media kennen en vindt het belangrijk om steeds opnieuw verbinding te zoeken met mensen die geen moslim zijn. Geloven is werken, ervaart Anne Dijk, het is heel veel dóen om zo dichter bij het goddelijke te komen.
Cuong Lu was twaalf jaar toen hij met zijn familie uit Vietnam naar Nederland vluchtte. De enige taal die hij verstond was die van het gevecht, totdat een klasgenoot tegen hem zei: 'Wij hoeven niet te vechten, Cuong, want wij zijn vrienden'. Die woorden zetten hem op het pad van vrede, dat hem uiteindelijk leidde naar de monnik en vredesactivist Thich Nhat Hanh. Jarenlang verbleef Cuong in het klooster. Toen trad hij uit en zocht zijn eigen weg. Hij doceert boeddhistische filosofie en psychologie en werkte jaren als geestelijk verzorger in gevangenissen. Daar ontmoette hij zijn zielsverwanten: in de gedetineerden herkende hij Boeddha.
Voor de jonge Bart Chabot werd het leven thuis een doodlopende steeg, waaruit niet viel te ontsnappen. Na de mededeling van zijn vader: 'Kon ik het maar uitvlakken, die geboorte van je' en de opmerking van zijn moeder dat hij geschapen was voor de nacht, besefte hij: meeveren moest je en vanbinnen verstenen. Langzaam maar zeker leerde hij zijn vrijheid te bevechten en niet in wrok om te zien. Hij bracht verstrooiing en plezier, maar ook prachtige boeken en gedichten. Met Annemiek Schrijver praat hij over de troostende sterrenhemel van zijn jeugd, de zegen van een Zweedse priester en hoe wij het beste kunnen terugkijken op 2020.
Monique van Strien is ok-assistent, pedagoog en voorganger bij het Apostolisch Genootschap. Tijdens haar opleiding leerde ze op de intensive care een les die haar leven veranderde. Sindsdien doet ze haar uiterste best om te zorgen dat anderen zich door haar gezien voelen. Met Artsen zonder vakantie gaat ze al jaren naar Oost-Congo. Ook daar telt voor haar het zien van de mensen het zwaarst. Ze ziet hoe in ellende alles verdwijnt: 'Er is daar geen licht, als (para)medicus bén je het licht.' Ze heeft er veel geleerd, hoeveel mensen kunnen verdragen, maar ook hoe de menselijkheid verdwijnt.
Annemiek Schrijver ontvangt een gast die ons inspireert met zijn of haar inzicht. Levensbeschouwing en nabijheid.
Maria van Mierlo schrijft, dicht, redigeert en begeleidt retraites. Ze werd geboren in een warm, veilig, katholiek gezin. In klooster Sion, vlakbij Deventer, was een cisterciënzer lekengroep. Daar vond ze in de regel van Benedictus een spiritualiteit die ze zondag in de kerk niet vond: gehoorzaamheid, stabiliteit en het veranderen van gewoonten. Eén van de broeders wilde haar biechtvader wel zijn. Van hem leerde ze om te luisteren, niet altijd in discussie te gaan en niet van alles te vinden. Toen ze twaalf jaar was, las ze een gedicht van Jan Wit, dat haar altijd is blijven inspireren. De eenzaamheid die Wit noemt in zijn gedicht is een pijler geworden onder Van Mierlo's bestaan. Dat is waar ze God ontmoet, waar het heel gemakkelijk is om bij Hem te zijn. Daar vindt ze vrede en rust, het niets meer hoeven, waardoor in haarzelf de leegte kan ontstaan waarin God zijn zaden weer kan strooien. Het is waar dat we in deze tijd niet meer ongebreideld kunnen reizen en consumeren, maar juist in deze stille 'impasse' valt er volgens Maria van Mierlo wel degelijk groots en meeslepend te leven.
Wars van dikdoenerij dirigeert hij toporkesten over de hele wereld. Jan Willem de Vriend is naar eigen zeggen niets zonder muziek: zet hem op een bankje met een partituur en hij is helemaal gelukkig. Hij is gefascineerd door een aria uit de Bachcantate 'Ach wie flüchtig, ach wie nichtig', waarin het gaat om je niet te laten verleiden je hart aan aardse zaken te verpanden, want er zijn belangrijkere dingen in het leven. In het verlengde daarvan trakteert Jan Willem de Vriend de kijker op een paar fragmenten uit de Bergrede, die hij ook tijdens repetities gebruikt om orkestleden uit te leggen dat je iedere maat ten volle moet spelen, zonder je zorgen te maken over de volgende. En als dát lukt, dan ontstaat het magische moment dat het orkest ervoor kan zorgen dat de muziek je uittilt boven het alledaagse bestaan.
'Ik was al een aantal jaren predikant in Boskoop, toen ik overvallen werd door de liefde.' Het leest als het begin van een romantisch sprookje, maar voor predikant Anne-Marie van Briemen was dit het begin van een ingewikkeld proces. Al van jongs af aan voelde ze zich geroepen om God te dienen, maar dominee worden lag niet voor de hand. In de kerk waar zij opgroeide is het ambt van predikant voorbehouden aan mannen. Van Briemen werd predikant, want een roeping laat zich niet stoppen. Maar de liefde ook niet. Toen ze verliefd werd op een vrouw, heeft ze lang geprobeerd haar liefde verborgen te houden. Dat bleek onmogelijk: 'Ik liep helemaal vast, want mijn hart was wakker geworden en dat kun je niet wegstoppen'. Het werd tijd om te kunnen zijn wie ze is en dat ook te laten zien. Ze trouwde met haar geliefde, en tijdens de synodezitting van de Protestantse Kerk in Nederland in 2017, waar het zegenen van een relatie van mensen van hetzelfde geslacht aan de orde werd gesteld, vertelde ze haar verhaal. Op deze Coming Out Day wil Anne-Marie van Briemen de kijkers een hart onder de riem steken en laten zien dat er altijd hoop is, uit welke kast je ook moet komen.
Bianca Groen Gallant groeide op in een Luthers gezin, dat deels in Paramaribo en deels in Amsterdam woonde. Sinds 1990 woont ze permanent in Nederland. Het was een harmonisch leven. Ze studeerde, werkte in het onderwijs en vond haar weg in de samenleving. Totdat alles tot stilstand kwam: vlak na haar scheiding, alleen met twee kinderen, werd ze geconfronteerd met borstkanker. Doodziek riep ze vanuit de diepte om hulp. Toen hervond ze haar geloof en besefte dat ze gedragen werd. Ze herkent zich sterk in de woorden van de Zweedse diplomaat Dag Hammarskjöld: 'Ik weet niet wie of wat de vraag stelde, ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde, maar eens zei ik 'ja' tegen iemand of iets en vanaf dat moment heb ik de zekerheid dat het leven zinvol is.' Vroeger, in het ouderlijk gezin van Bianca Groen Gallant, bleven onderwerpen als racisme en slavernij onbesproken - als een taboe. Kleur speelde geen rol. Het was pas tijdens een conferentie van een internationale zendingsorganisatie in Londen dat het gewicht van deze onderwerpen tot haar doordrong. Toen voelde ze, dichtbij, de pijn en het verdriet van betrokkenen en ze nam een besluit: als dit nog zo leeft, dan moet ik hier als zwarte vrouw iets mee. Als voorzitter van de diaconie van de Evangelisch-Lutherse gemeente in Amsterdam zet ze zich ervoor in dat ook kerken het slavernijverleden onder ogen zien en verwerken.
Op de vroege zondagmorgen ontvangt Annemiek Schrijver een gast die ons inspireert met zijn of haar inzicht. Levensbeschouwing en nabijheid.
Als je pubert in een asielzoekerscentrum en je toekomst jarenlang onzeker is, kun je niet spreken van een gelukkige start. Maar Gor Khatchikyan liet zich niet weerhouden. Met veel inzet hield hij vast aan zijn droom om arts te worden. En toen het Armeense gezin Khatchikyan dankzij het generaal pardon in Nederland mocht blijven, maakte hij met succes zijn studie geneeskunde af en specialiseerde hij zich als eerstehulparts. Hij nam zich voor om zijn bijdrage te leveren aan dit land, aan deze gemeenschap waar hij nu thuishoort. Dit voorjaar werd Khatchikyan veelvuldig door praatprogramma's geroepen om verslag te doen van de schrijnende taferelen tijdens de eerste coronagolf bij de Eerste Hulp. Opvallend is en was zijn mededogen, de herkenning van de angst en eenzaamheid van patiënten. In dat verband herinnert hij zich het cabaretprogramma 'Na de pauze', van Herman Finkers. 'Daar heb ik veel van geleerd over hoe wij artsen communiceren. Finkers vertelde zijn ervaringen vanuit de patiënt. Dat maakte diepe indruk op me.' De dierbare woorden van Khatchikyan komen uit een boek van de Amerikaans-Armeense schrijver William Saroyan en gaan over de wanhoop en strijdbaarheid van het Armeense volk. Nog steeds wordt de Armeense genocide door Turkije niet erkend en weer wordt de grens gebombardeerd en kijkt de wereld toe. 'Kennelijk zijn wij Armeniërs niet belangrijk.' Maar wat Khatchikyan gaande houdt, is het diepe geloof dat God waakt.
Op school kreeg hij te horen: 'Faber, jij komt uit Amsterdam-Noord, en daar is nog nooit iets goeds vandaan gekomen. In Amsterdam-Noord stonden vroeger de galgen, Faber, en die stonden daar niet voor niks. Faber, jij bent niks, jij kan niks en jij wordt niks!' Dat pakte gelukkig anders uit: film, theater en televisie werd de wereld van acteur Peter Faber (1943). Maar al vanaf zijn kindertijd ziet hij hoe relatief geluk en hoe vluchtig roem kan zijn. Met zijn Peter Faber Stichting probeert hij jongeren en jongvolwassenen iets te geven wat hij zelf in zijn jeugd heeft gemist: zelfvertrouwen, het besef dat je meer kunt dan je denkt. Hij leerde hoe je destructieve energie kunt ombuigen in creatieve energie, iets wat hij nu probeert door te geven aan gedetineerden. Dat heeft niets te maken met een beter mens worden, maar Faber is ervan overtuigd dat ieder mens een talent heeft en iets te geven heeft. Soms duurt het lang voordat je bij die energie kunt komen, maar volgens hem heeft iedereen het in zich. God is de energie die alles mogelijk maakt. Het goddelijke bestaat niet, maar ontstaat. En het spreekt uit daden. Zijn eigen geboorte vindt hij wat dat betreft een metafoor: in een dood en verderf zaaiende oorlog werd hij in een Duitse schuilkelder verwekt door een Nederlandse man en een Duitse vrouw. Voor Peter Faber is het leven heilig: 'Alleen voor het leven zelf mag je op je knieën - het liefst vijf keer per dag net als de moslims - en verder nergens voor. Het leven verdient je diepste respect. Dat mag je nooit pijn doen of beschadigen, om welke reden of in dienst van welk verhaal, welke politieke ideologie of religie ook.'
Thijs Tromp is directeur van Reliëf, de christelijke vereniging van zorgaanbieders. Daarnaast is hij hoogleraar Diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam. Afgelopen najaar ging hij onderuit. Door de medicijnen die hij gebruikte vanwege chronische reuma raakte hij in een diepe depressie. Nadat het juiste medicijn was gevonden trok de mist op. Zijn depressie heeft Tromp bepaald bij de gedachte dat trouw belangrijk is in de zorg: zijn zorgverleners kregen maar weinig respons van hun patiënt en tóch bleven ze en zorgden voor hem. Hij heeft een verdiept besef gekregen van de schoonheid en kwetsbaarheid van het leven, de vanzelfsprekendheid is er helemaal vanaf. Hij realiseert zich des te meer dat je het leven niet in beheer hebt. Mensen raken gedurende hun leven steeds meer kwijt, maar je komt daarmee wel tot de essentie: Alles komt goed. Als inspiratietekst heeft hij een citaat meegenomen van de soefimystica en heilige Rabia, waarin het gaat om God lief te hebben om God zélf, zonder bijgedachten of hoop op beloning.
Van het dagelijkse leven van Kiet Engels is in 2016 een documentaire gemaakt: De kinderen van juf Kiet. Ze geeft les aan een klas vluchtelingkinderen die de taal nog niet onder de knie hebben en vaak kampen met oorlogstrauma's. In deze documentaire leer je haar kennen als iemand die duidelijke regels geeft, maar ook omziet naar kinderen die het moeilijk hebben. Kiet is per ongeluk terechtgekomen op de plek waar ze nu is. Zo ziet ze dat zelf in ieder geval. Ze heeft 'gewoon' de goede keuzes gemaakt en grijpt de dingen die op haar pad komen met beide handen aan. Kiet is opgegroeid in Indonesië en Maleisië, waar haar kijk op geloof en levensbeschouwing al is ontstaan. Ze kreeg les op een zondagschool, waar door de nonnen dood en verderf werd verkondigd. Ze had veel meer bewondering voor de mooie boeddhistische tempels, die vond ze prachtig. 'In elk geloof zit iets moois', zegt ze. De zoon van Kiet is op twaalfjarige leeftijd overleden. Door dit verlies van dichtbij mee te maken, is haar kijk op de dood veranderd: 'Als ik het proces achteraf bekijk is het ook mooi geweest. Ik heb zijn verlies niet alleen als negatief ervaren, maar ook als zinvol.'
Officieel is hij geen priester meer, maar in zijn hart des te meer. Als oudste kind in een gezin van vier groeit Luc Hessel op in een klein dorpje in West-Vlaanderen, België. Zijn vader, een Vlaamse nationalist, werd na de Tweede Wereldoorlog beschuldigd van collaboratie met de Duitsers. Hij zat twee jaar in de gevangenis en het gezin leefde in een isolement. Luc sloot zich aan bij de kapucijnen en zo begon zijn loopbaan in de katholieke kerk. De gebeurtenissen in zijn jeugd brachten hem ertoe mensen te helpen die door de kerk soms aan de kant gezet worden, zoals gescheidenen. Zijn eigenzinnigheid heeft ervoor gezorgd dat hij de kerk inmiddels achter zich heeft gelaten, maar zijn officieuse priesterschap zet hij voort. Mensen die religieuze duiding willen bij een doop of huwelijk weten Luc te vinden. 'Deze mensen willen het leven vieren. Daar help ik graag bij.'
Via de weg van media, Tweede Kamer en onderwijs kwam Tanja Jadnanansing terecht in Amsterdam-Zuidoost. Sinds zo'n anderhalf jaar is ze stadsdeelvoorzitter in de Bijlmer en deze functie past haar als een jas. Ze voelt dat alles wat ze tot nu toe heeft gedaan haar klaar heeft gestoomd voor wat ze nu doet: ze is aangekomen op haar plek van bestemming. Als meisje van 16 jaar koos ze zelf voor het hindoeïsme en ze mediteert iedere dag, ook om haar werk goed te kunnen blijven doen. Haar grote verlangen is om van betekenis te zijn voor anderen. Daarbij hebben jongeren een speciale plek in haar hart: zij blijven haar inspireren vanwege hun verfrissende kijk en hun talent. Als het aan haar ligt ontvangen we ook dit jaar een douche van liefde, want liefde blijft het allerbelangrijkste.
'In 2017 ging ik plotseling even dood' is de eerste zin van het verhaal dat Volkskrant-journalist Fokke Obbema na zijn hartstilstand schreef. Er was bij Obbema een groot verlangen om terug te gaan naar hoe het was, maar dat lukte hem niet. Daarvoor was het te groot en te onbevattelijk: Wat stelt dit bestaan voor als het zo kwetsbaar is en het van het ene op het andere moment afgelopen kan zijn? Hij bleek nergens veilig te zijn, want in de veiligste situatie, zijn eigen bed, werd hij door de dood bezocht. Het stuk in de Volkskrant riep veel reacties op en het jaar erna besteedde hij aan een zoektocht naar de zin van ons kwetsbare leven. Hij sprak met mensen van wie hij dacht dat ze met antwoorden zouden kunnen komen. De bundeling van deze interviews is onlangs verschenen onder de titel De zin van het leven. Eenduidige antwoorden blijken er niet te zijn, maar hij heeft inzichten gekregen die hun waarde hebben behouden. Het doet pikant aan dat de Volkskrant met Obbema's eigen verhaal en zijn interviews zingeving heeft (her)ontdekt. Fokke Obbema: 'Kennelijk moet er iets met een Volkskrantredacteur zélf gebeuren voordat er een knop om gaat. Alles wat met zingeving te maken heeft is heel lang gewoon genegeerd. Het is goed dat de krant er nu aandacht aan besteedt en het is heel slecht dat de krant dat zolang niet heeft gedaan: De bodem was gortdroog, het water is eroverheen gegaan en de planten bloeien wel!'
Leo Blokhuis is een alleskunner: hij is dé muziekkenner van Nederland, presentator van het televisieprogramma Achter de Dijken, en onlangs verscheen zijn roman Blauwe Zomer. Als zoon van een dominee heeft hij jarenlang ervaren hoe het is om in een glazen huis te leven: hij leerde zijn catechisatielessen om zijn vader niet in verlegenheid te brengen. Het heeft hem blijvend beïnvloed. Hoewel hij niet meer in de kerk komt, ziet hij zichzelf nog steeds als een gelovig mens. Zijn inspiratietekst komt uit Prediker 3, een tekst die - hoe kan het anders - ook op muziek is gezet.
Van Liesbeth Woertman (1954) verscheen het boek Je bent al mooi. Ze is expert op het gebied van lichaamsbeelden in relatie tot (sociale) media en onderzocht wat deze beelden doen met de manier waarop we ons eigen lichaam ervaren. Hoewel ze alweer jaren hoogleraar psychologie is aan de Universiteit van Utrecht en een aantal keren docent van het jaar is geweest, was haar gang naar de universiteit niet vanzelfsprekend. Haar levensloop zou je turbulent kunnen noemen. 'Ik geloof niet in reïncarnatie, maar ik geloof wel dat je in je leven een aantal keren kunt reïncarneren', zegt ze zelf. Ze groeide op in een rooms-katholiek arbeidersgezin en is daarna jarenlang atheïst geweest. In alles zoekt Liesbeth Woertman al vanaf haar kindertijd naar waarachtigheid: wat is echt en wat is onecht? Met dit in haar hoofd kwam ze bij de voormalige aartsbisschop van Canterbury, Rowan Williams, een trouwbelofte tegen die haar diep heeft geraakt: 'je belooft je niet te verbergen en de ander te helpen zich niet te verbergen, maar te groeien. Daar is het goede, daar is schoonheid, daar is God. En dat is totaal tegengesteld aan alle dingen die opgehangen zijn aan de vergankelijkheid van het uiterlijk.'
Als geestelijk verzorger heeft Paula Irik veel gewerkt voor en met dementerenden. Ze wordt nog steeds geraakt door de directheid van de mensen en hun taal. Het klinkt vaak als wartaal, maar als je echt goed luistert is het dat niet. Paula Irik noemt deze taal Dementees. Over deze taal verscheen onder haar redactie Een beetje boos mag best, dementees m/net poëzie. Haar geloof geliefd en bedoeld te zijn wordt in het optrekken met mensen met dementie bij haar aangeraakt: midden in de chaos, als er van alles aan barrels ligt en kapot is, licht er iets op waarvan zij voelt: hier is God bij. Maar Paula Irik wil het zeker niet mooier maken dan het is: door onze vergrijzende samenleving is dementie op weg de belangrijkste ongeneeslijke ziekte in Nederland te worden. Iedereen krijgt er wel op de een of andere manier mee te maken. Het is niet voor niets dat de Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties 21 september heeft uitgeroepen tot Wereld Alzheimer Dag.
Journaliste Aldith Hunkar woont en werkt in Nederland, maar de liefde bracht haar jaren geleden naar Jamaica. Ze werd geboren in Suriname, groeide op in Maleisië, Brazilië en Tunesië. Het heeft deze wereldburger een brede blik op de wereld gebracht, waarmee ze Nederland soms met verbazing bekijkt. Aldith Hunkar groeide op in een rooms-katholiek gezin, maar besloot als kind dat ze niet meer naar de kerk wilde. Spiritueel voelt ze zich verwant aan de rastafari, een levensbeschouwelijke stroming geworteld in het Oude Testament en gericht op leven in verbinding met de natuur. Het is een emancipatoire beweging die in Jamaica is ontstaan onder de zwarte bevolking, die door het slavernijverleden onderaan de sociale ladder stond. Aldith Hunkar is dankbaar voor wat het leven haar heeft gebracht. Het gedicht Fasen, van Herman Hesse, verwoordt voor haar het leven zelf, dat altijd verandert en een en al beweging is.
Wat gebeurt er met je als je erachter komt dat je echtgenoot je vijf jaar lang heeft bedrogen met een ander en dat uit deze relatie een kind is geboren? Schrijfster en filosoof Désanne van Brederode (1970) verwerkte dit gegeven in haar roman Vallende Vorst, maar daarmee was het verhaal voor haarzelf niet af. Dat je het niet waard bent om de waarheid aan te vertellen, dat de waarachtigheid in de relatie om zeep geholpen werd, daar had ze het meeste hartzeer van. Voor Van Brederode lag het niet voor de hand om troost te zoeken in haar kerk, ze had geen behoefte om nog vóór ze de bodem van haar vallen had bereikt op te staan. Terugkijkend kan ze zeggen dat de relatie weliswaar voorbij is, maar dat de liefde is gered.
Abdulwahid van Bommel (1944) is een bekende en graaggeziene spreker op menig levensbeschouwelijk podium. Hij is geestelijk verzorger, maar zijn hart ligt bij het schrijven. In maart 2017 verschijnt bij uitgeverij Parthenon het eerste deel van De Koran, uitleg voor kinderen. In tegenstelling tot een kinderbijbel is een Koran voor kinderen onontgonnen terrein, niet onomstreden en een grote uitdaging. Voor Van Bommel is het project al in de jaren 70 begonnen en, hoewel hij niet zeker weet of het zal aanslaan, is hijzelf opgetogen over het resultaat tot dusver. Hij ziet een Koran voor kinderen als een noodzaak; 'Je werd altijd geacht dat te geloven wat je werd voorgekauwd, maar uiteindelijk gaat het erom zélf na te denken, vragen te stellen en door te vragen opdat je dichter bij de kern komt van je bestaan.' Als ouders samen met hun kinderen zijn Koran voor kinderen lezen, nadenken, vragen stellen en mét elkaar pratend verder komen, dan is zijn missie geslaagd. Abdulwahid van Bommel begon zijn leven als Wout van Bommel, zoon van een 'verwaterde katholieke' vader en een hervormde moeder: 'Twee geloven op één kussen, daar komen moslims van', zegt hij zelf. Zijn hele leven heeft in het teken gestaan van het zoeken naar eenheid met de Schepper, zoals mystici dat doen. Het weerspiegelt de betekenis van zijn aangenomen naam Abdulwahid; dienaar van de Ene. Hoe het is om te leven in twee werelden, de wereld met de mensen om hem heen en de wereld waarin hij met het goddelijke verblijft, wordt verwoord in een fragment uit een gedicht van Yunus Emre, een van de belangrijkste mystieke soefidichters van Turkije.
Joseph Oubelkas zat bijna vijf jaar lang onschuldig vast in de gevangenis. De Verwondering zendt deze uitzending uit 2015 opnieuw uit in het kader van 'Het mooiste van De Verwondering'. Zijn eerste boek over die tijd, 400 brieven van mijn moeder, bereikte met veertien drukken de bestsellerstatus. Oubelkas heeft zijn gevangenschap omarmd en onderdeel gemaakt van zijn leven omdat hij niet verbitterd wil raken. 'Situaties waar je in verzeild raakt, kun je vaak niet veranderen, maar de manier waarop je ermee omgaat wél', aldus Joseph Oubelkas. Hij realiseert zich dat wat hij heeft meegemaakt niet uniek is. Ook vandaag zitten er overal mensen onschuldig vast in landen met corrupte regimes. Wat heeft het reikhalzend uitzien naar en het eindeloos wachten op vrijlating hem gekost? Maar minstens zo belangrijk: wat heeft het hem gebracht? Een gesprek over doorzettingsvermogen, medemenselijkheid in de donkerste diepten en over de schoonheid in de alledaagse dingen.
In de trein die hem vanuit Theresienstadt terugbracht naar Nederland besloot hij iets van zijn leven te gaan maken. En zo geschiedde: emeritus hoogleraar psychiatrie Herman van Praag (1929) heeft zijn sporen in zijn vakgebied ruimschoots verdiend. Hij heeft een eigen visie op religie en godsdienst en dat maakt hem bijzonder. In zijn vakgebied werd lange tijd laatdunkend gedaan over religiositeit als zou het een primitief restant uit een vroege ontwikkelingsfase zijn. Daar denkt Herman van Praag anders over. Voor hem kunnen rede en geloof prima samen gaan: 'als je maar weet wanneer het een ophoudt en het ander begint en omgekeerd.' Hoewel hij niet religieus is opgevoed, is hij trots op zijn joodse achtergrond en put er inspiratie uit. In het judaïsme gaat het volgens hem nooit over geloofszekerheid, maar juist om onzekerheid, om het steeds weer opnieuw vragen stellen bij teksten en interpreteren. Over zijn eigen religiositeit zegt hij: 'Ik hoef niet altijd met mijn beide voeten op de grond te staan. Ik geef graag toe aan wat ik noem een metaforisch leven, een leven zoals zich dat misschien voltrekt voorbij de horizon. Ik weet wel dat er geen enkel bewijs voor is, maar ik hoéf ook geen bewijs.'
De Verwondering herhaalt de aflevering met Eric Cossee in het kader van Het mooiste van…De Verwondering. Op 24 januari 2016 was remonstrants emeritus-predikant en emeritus-hoogleraar kerkgeschiedenis Eric Cossee (1944) te gast. Tien jaar geleden maakte zijn oudste zoon een einde aan zijn leven. Natuurlijk vroeg hij zich af hoe hij nog op een kansel kon staan en de kern van de Bijbelse boodschap, vertrouwensvol te leven, moet brengen: 'Ik heb gefaald, ik heb het mijn eigen kind niet kunnen meegeven. Waar moet ik het nog over hebben?' Tóch bleek er een weg te zijn, puur door een eerste stap te zetten. Cossee linkt zijn persoonlijke verhaal aan dat van de Emmaüsgangers, de twee mannen die na Jezus' dood en opstanding vertwijfeld onderweg zijn en zich afvragen hoe het verder moet. We zijn allemaal onderweg, trekken samen kortstondig op en hebben het over wat ons is overkomen. Je deelt, bevestigt en ziet, soms even, waar het in het leven om gaat. Maar als je het wil pakken, ontglipt het je. Je hebt andere mensen nodig, omdat je jezelf niet altijd kunt dragen. 'En gelukkig zijn die mensen er', aldus Eric Cossee.
